Sporten omdat je het wilt, niet omdat het van jezelf moet
In mijn vorige blog heb ik het gehad over hoe ik anders naar voeding ben gaan kijken. Deze keer wil ik het hebben over mijn proces van het gevoel van moeten sporten naar willen sporten. Ik heb sporten altijd wel leuk gevonden (het is niet voor niets mijn werk), maar ik heb zelf ook zeker periode gehad dat ik van mezelf moest sporten en mij aan schema’s moest houden. Daardoor voelde ik mij schuldig als ik een keer niet ging, en ik bleef ook door trainen terwijl ik een blessure had.
Vallen en opstaan
Net zoals bij voeding is dit ook een proces van vallen en opstaan geweest. Om sterker te worden is het natuurlijk belangrijk om steeds wat zwaarder te trainen. Dit deed ik dan ook braaf, ook wanneer het niet verstandig was. Hoeveel je aankan in een training hangt namelijk ook af van je belastbaarheid op dat moment. In een week dat je bijvoorbeeld slecht geslapen hebt, kun je niet zo zwaar trainen als in een week waarbij je voldoende geslapen hebt. Datzelfde gaat bijvoorbeeld ook op voor een hele drukke week versus een normale week. Dat eigenwijs toch zwaarder gaan trainen leidde bij mij dan weer tot pijnklachten, blessures en oververmoeidheid. Tussen de oren
De belangrijkste omslag die ik heb gemaakt wat betreft trainen zit tussen mijn oren. Het gaat namelijk om de reden dat jij wilt trainen en wat jij ervoor over hebt. Ik wilde vroeger bijvoorbeeld een sixpack. Daarom trainde ik veel en was ik bewust met voeding bezig. Alleen had ik niet die mindset die ervoor nodig is om zo laag in mijn kilocalorieën te gaan zitten. Ik wil met een fit lijf namelijk nog wel genoeg energie hebben om alles te doen dat ik leuk vind. Eerst vond ik ook dat ik als personal trainer bepaalde dingen moest kunnen. Dit heeft ertoe geleid dat ik last kreeg van blessures. Hier werd ik ook niet blij van. Nu wil ik vooral mijn lichaam fit houden en ervoor zorgen dat ik voldoende energie heb om alles te doen wat ik wil. Deze omslag is onder andere ook gekomen door bepaalde situaties in mijn directe omgeving. Ik besef me steeds meer dat ik blij mag zijn met het lichaam dat ik heb en dat ik kan wat ik kan. Dit wil ik graag zo houden, daarom wil ik lekker sporten. Alleen kijk ik nu per week of dag wat wel en niet kan. Daarom voel ik mij ook niet schuldig als ik even minder of zelfs niet sport. Ik weet namelijk toch wel dat ik weer ga sporten. Ik kan je vertellen dat dat heel bevrijdend werkt, en ik merk dat mijn klanten dit ook oppakken. Achillespeesblessure
Een voorbeeld van kijken naar wat wel en niet kan, is dat ik weer een oude blessure voelde opkomen. In het verleden heb ik namelijk te lang doorgelopen met een ontstoken achillespees. Een poosje terug herkende ik de pijnklachten die ik toen negeerde. Dat doe ik dus niet weer. Ik heb mijn trainingen aangepast om mijn achillespees te laten herstellen, en daarna ga ik weer héél rustig opbouwen. Vroeger zou ik hier heel erg van balen. Nu baal ik er ook wel van, maar accepteer ik het en doe ik wat nodig is om het te laten herstellen. Op deze manier houd ik toch het lichaam waar ik alles mee kan doen wat ik wil (nou oké, bijna alles dan voor nu). Ik houd het lange termijndoel voor ogen en daarom gaat dit goed. Ik merk nu dat ik er veel rustiger onder ben dan dat ik vroeger zou zijn. Dit komt omdat ik me niet meer verplicht voel om te doen wat in het schema staat. Ik wil nu gewoon lekker sporten voor het goede gevoel dat ik ervan krijg. En dat kan ook op zo’n manier dat mijn achillespees minder belast wordt.