FACTS ABOUT..
Jacky (28 juli 1988) hockeyt al vanaf haar zesde levensjaar. Ze begon bij Qui Vive (vlakbij Uithoorn) maar kwam al snel in Noord Holland trainen, het districtteam, gevolgd door Hurley en Amsterdam. Op haar achttiende speelde Jacky bij de Dames 1 en op haar twintigste werd ze geselecteerd voor Jong Oranje. Inmiddels is Jacky fulltime hockeyster en speelt ze bij het Nederlands Elftal.Je sport al vanaf je zesde. Is het sporten er met de paplepel ingegoten?
Mijn beide ouders hebben veel gesport, mijn vader is een oud profvoetballer en mijn moeder heeft op hoog niveau paard gereden. Mijn ouders vonden het vooral belangrijk dat ik een teamsport ging beoefenen. Op deze manier zou ik leren hoe het was om een sociale teamplayer te worden; dingen naar elkaar uitspreken, plezier met elkaar delen en nieuwe vrienden maken. Mijn ouders lieten me heel vrij in de keuze voor een teamsport, zo namen ze me mee naar open dagen van allerlei verschillende sporten. Bij hockey merkte dat ik talent had. Ik was er goed in en hierdoor viel mijn keuze op hockey. Dat mijn ouders beiden zelf op hoog niveau hebben gesport, maakt ze hele fijne supporters. Ze weten hoe het is om altijd op hoog niveau te moeten presteren en steunen me op het moment dat het nodig is.Je hockeyt op het hoogste niveau, hoe ziet jouw wekelijkse schema eruit?
Ik doe twee keer per week krachttraining. Vanwege mijn steeds terugkerende lies blessures is het belangrijk om al mijn spieren rondom mijn lies sterk te houden. Maandag en woensdag heb ik kracht- en veldtraining, dinsdag en donderdag twee veldtrainingen, vrijdag nog een keer veldtraining en zondag een wedstrijd. Daarnaast moet ik nog naar de fysio voor mijn blessures. Zaterdag is eigenlijk mijn enige dag vrij. Maar soms doen we op de vrije dag nog herstel shuttles (twee keer vijf rondes waarbij je binnen 35 seconden een half hockey veld heen en weer rent met daartussen 35 seconde rust) of fietsen we wat. Dit doen we puur om de benen door te smeren. Herstel shuttles duren maar tien minuten en je hebt de volgende dag gewoon echt minder zware benen.Dus eigenlijk ben je altijd actief, heb je dan nooit eens een sport dip(je)? Hoe blijf je gemotiveerd?
Ik zit echt wel eens in een dipje maar ik kan nooit afzeggen. En als ik eerlijk ben, wordt het alleen maar leuker. Ik heb wel veel tegenslagen gehad met mijn blessures en dat is heel zwaar. Maar des te leuker als je er weer vanaf bent! Af en toe heb ik van die periodes waarbij ik zo kapot ben van trainen, dat ik me afvraag hoe ik een volgende training weer ga overleven. Maar dan heb je gelukkig je teamgenoten die vaak allemaal hetzelfde ervaren. Het feit dat je het erover kunt hebben, motiveert weer.Zeg je dan echt nooit gewoon eens af?
Nee, ik zal niet snel afzeggen. Tenzij ik echt met zware koorts in bed lig, maar anders niet nee.Werk je naar een bepaald doel toe?
Volgend jaar zomer (2016) hebben we de Olympische Spelen in Rio, Brazilië. Daar wil ik fysiek zeer sterk voor zijn dus daar ga ik honderd procent voor! Op het WK in 2014 was ik voor mijn doen heel erg fit en dat niveau wil ik minstens weer behalen. Mijn fysieke gesteldheid is mijn belangrijkste doel, die moet optimaal zijn.Vrees je een tegenstander?
Argentinië, Australië, Engeland... Ieder team gaat zich super goed voorbereiden op het WK dus ik kan ieder team wel vrezen. Ik heb niet één specifiek team wat ik vrees. Ik denk wel, dat wij tot de besten van de wereldtop toe behoren alleen zulke toernooien lopen altijd anders dan verwacht. Je kunt het niet voorspellen.Word je onzeker van de competitie? Zowel binnen als buiten je eigen team?
Soms wel, maar onzekerheid tijdens het spel kan je zo blokkeren. Ik heb wel eens periodes gehad dat ik zelfs geen bal durfde te vragen omdat ik zo onzeker was. Terwijl dat helemaal geen zin heeft. Je kunt beter met volle overtuiging dingen doen, fouten maken is menselijk. Nu zeg ik dat natuurlijk heel gemakkelijk maar het is een heel proces geweest. Het is heel belangrijk om soms niet te kritisch te zijn. Dat is het met een teamsport, je laat tijdens een slechte wedstrijd niet alleen jezelf vallen maar ook je teamgenoten. Maar het mooie aan een teamsport is dan ook weer dat als ik een slechte wedstrijd speel, er een teamgenootje is die het voor mij kan oplossen. En als zij de week daarop een keer minder speelt, kan ik het weer voor haar oplossen. Als iemand slecht speelt is, dat helemaal niet erg, zolang je maar hard werkt en altijd blijft doorgaan. Ik wil na een wedstrijd altijd kunnen zeggen dat ik er alles aan heb gedaan, dat ik mijn volledige best heb gedaan.Mijn streven voor elke wedstrijd; altijd alles geven.
Het mooie aan een team is, dat iedereen verschillend is. Het is ook de kunst van een coach om een team samen te stellen waarin alle kwaliteiten zich bevinden. Eentje neemt risico, een ander pakt veel ballen af en een ander speelt weer gemakkelijk. Vroeger keek ik meer tegen andere spelers op omdat ik zelf minder fit was. Ik wist toenertijd ook niet goed wat ik met dat gevoel moest. Nu accepteer ik steeds meer dat iedereen gewoon een ander lichaam heeft, de een is nou eenmaal zwaarder gebouwd dan een ander. Mijn kwaliteit is veel duels winnen en heel fysiek zijn. Een ander is weer heel snel en aanvallend. Iedereen is wel eens onzeker. Het is juist de kunst om dat goed te begeleiden
Krijg je die begeleiding ook?
Ja, zeker bij het Nederlandse team. Daar hebben we veel teamsessies waarin we doelstellingen maken met elkaar. We bespreken hoe we die doelstellingen met elkaar gaan bereiken en leren elkaars kwaliteiten kennen. Fouten maken we allemaal. Maar je maakt goede fouten: dat betekent dat je intentie goed is. De uitkomst is niet helemaal geslaagd maar daar kun je aan werken. Deze mindset sessies zijn heel fijn omdat de nadruk op het individu wordt gelegd. Ook leer je te onthouden en benadrukken wat je goed hebt gedaan, in plaats van alleen te kijken wat er slecht ging. Dit is nodig, aangezien het heel verleidelijk is om té kritisch naar jezelf te kijken. Soms moeten we na een training met zijn tweeën naast elkaar uitlopen en vertellen we elkaar wat we goed hebben gedaan. Je hebt vaak veel sneller het idee dat dingen fout zijn gegaan terwijl een ander vaak veel meer positieve dingen kan vertellen over jouw spel.Wat is jouw doel?
Ik wil gezond eten maar wel zorgen dat ik genoeg energie houd om zwaar te kunnen trainen. Ik ben veel bewuster gaan eten. Dat komt door het Nederlandse team maar ook door Ellen Hoog, een hockey vriendin die mij advies geeft. Voorheen was ik écht minder fit. Ik vind zeker dat je moet genieten van het leven maar zoals ik vroeger leefde was niet vol te houden. Ik had geen idee! Toen ik in het Nederlandse team kwam, ben ik meer op mijn voeding gaan letten. Zo kregen we voedingsadvies van een diëtiste, leerde ik wat ik voor en na het sporten moest eten bijvoorbeeld. Mijn diëtiste heeft, op basis van een eet dagboek wat ik bijhield, hele kleine dingetjes aangepast. Ik moest onder andere meer eten; voordat ik ga slapen een bakje kwark nemen om te herstellen , na het trainen binnen een half uur een Breaker of yoghurtje. Door de voedingsadviezen viel ik niet veel af in gewicht, maar mijn vetpercentage ging wel omlaag. Daarnaast had ik nog genoeg energie om zwaar te kunnen trainen. Ik denk dat het goed is geweest dat ik een minder gezonde periode heb gehad. Ik ben net een half jaar geblesseerd geweest en als ik nu af en toe op de weegschaal ga staan denk ik, ''oh oh ik ga weer die kant op, dus ik moet even gaan opletten.'' Mijn vriend is ook een sporter, is heel erg gedisciplineerd en moet ook goed op zijn eten letten. Het is heel fijn om zo iemand om je heen te hebben die gewoon zegt:
"Vandaag hebben we even slecht gedaan, morgen gaan we weer gezond doen."Of als ik geen zin heb om krachttraining te doen, gaat hij met me mee. We steunen en motiveren elkaar!
Kan jij goed naar je lichaam luisteren?
Ik heb het afgelopen jaar mijn lichaam echt heel goed leren kennen. Zowel fysiek als mentaal, maar vooral op het gebied van voeding. Als ik in het verleden geblesseerd was, lette ik niet op mijn voeding. Dat doe ik nu wel want ik wil fit zijn. Ik merk gewoon hoeveel lekkerder ik dan in mijn vel zit. Natuurlijk moet je genieten van het leven maar als ik een dag slecht heb gegeten, heb ik de volgende dag gewoon weer een balansdag. Ik weet nu precies wat ik voel en wat goed voor me is. Zo wil ik sommige oefeningen niet meer doen omdat ik daar te veel last van krijg. Die doe ik dan ook gewoon niet. Je leert je lichaam goed kennen en ik weet ondertussen wel wanneer ik voor mijn doen fit ben. En welk gewicht daar bijvoorbeeld bij past. Niet dat het alleen om de cijfers op de weegschaal gaat, maar ik zie het meer als een soort richtlijn. De cijfers vertellen me of ik weer een beetje moet opletten, of dat ik goed bezig ben. Ik heb dit jaar vooral heel erg gefocused op core stability en heb hier elke dag aan gewerkt. Ik merk nu dat ik inmiddels een flinke basis heb opgebouwd. Zo had ik vroeger altijd last van mijn onderrug zodra ik een paar uur door de stad liep. Nu heb ik daar geen last meer van. Het duurt even, maar het resultaat komt!